Cultuurcentrum Brugge

Kassia Undead

Lara Barsacq

Rituelen voor een andere geschiedenis

 

In ‘Kassia Undead’ van choreografe Lara Barsacq geven vijf dansers en drie muzikanten in een gezamenlijk, vaak speels ritueel, nieuw leven aan de middeleeuwse componiste en dichteres Kassia van Konstantinopel. 

 

Léon Bakst

 

Daarmee verlaat Lara Barsacq de wereld van haar beroemde overgrootoom - die de inspiratiebron vormde voor vier werken die ze tussen 2018 en 2023 creëerde.  Die verre oom was de schilder Léon Bakst, scenograaf en kostuumontwerper voor de Ballets Russes van Sergei Diaghilev - het gezelschap dat in het begin van de 20ste eeuw furore maakte in Parijs en ver daarbuiten met vernieuwend en vaak roemrucht danswerk. Barsacq groeide op met tekeningen, schilderijen en verhalen van en over Léon Bakst in de huiskamer.  Ze houdt van zijn sensualiteit en gratie, van de vrijheid die hij geeft aan de vrouwen die hij uitbeeldt. Uit die verbeeldingswereld creëerde ze gedanste rituelen om de geest uit de fles te halen, want ze wilde aandacht voor de vrouwelijke aanwezigheid uit die periode en voor de strategieën waarmee ze ontsnapten aan de wetten van hun patriarchale omgeving. 

 

Tussen middeleeuwen en 21ste eeuw

 

Over de vrouwen die ze opvoert vraagt Lara Barsacq zich af: kies ik hen of kiezen zij mij om hun verhaal te vertellen? Voor ‘Kassia Undead’ keert Lara Barsacq veel verder terug in de tijd - naar de 9de eeuw waar ze Kassia van Konstantinopel vond. Zij was de eerste middeleeuwse vrouw van wie gezangen en gedichten bewaard bleven, nog voor Hildegard von Bingen. Barsacq viel als een blok voor haar hymnen aan heiligen en martelaars. Ze hoorde er muziek voor vrouwenstemmen van een zeldzame schoonheid en vocale intensiteit, en was gefascineerd door de glijdende toonverschuivingen in de gezangen. 

 

Bij dat alles gaven de hymnen een doorkijk naar een nog vroegere periode, wanneer Kassia bijvoorbeeld de heilige Pelagia uit de vijfde eeuw bezingt, die om aan het huwelijk te ontsnappen, zich als man verkleedde en haar leven sleet in een monnikengemeenschap. Pas bij haar dood bleek dat er een vrouw in hun midden had gewoond: vrouwen en hun strategieën blijven in ‘Kassia Undead’ een thema.

 

Historisch onderzoek

 

Net als in de Bakst-cyclus ging aan ‘Kassia Undead’ historisch onderzoek vooraf. Dit keer liet de choreografe zich bijstaan door kunsthistorica Brunella Danna Allegrini, gespecialiseerd in de Byzantijnse periode waarin de componiste leefde.  Het leverde inzichten op over hoe oost, zuid en west er zich vermengden en versterkten. Net dat soort gezamenlijke kracht vormt voor Barsacq het uitgangspunt voor haar creaties waarin ze graag een klimaat van vertrouwen en vrijheid creëert. Met in ’Kassia Undead’ als resultaat dat, hoewel de hymnen bekend staat als bijzonder moeilijk om te vocaliseren, enkele dansers de uitdaging aangaan om hier en daar de zang over te nemen van de twee professionele zangeressen, Els Mondelaers en Klara Verkin. Zij op hun beurt brengen mee bewegingsmateriaal in de dans.  

 

Via danser Tarek Halaby zet de choreografe de oosterse invloeden ten tijde van Kassia in de verf. Halaby zingt in het Arabisch een populaire Iraaks liefdeslied, zo oud dat de bron niet traceerbaar is.  Achteraan op het podium zorgt de derde muzikante, Cate Horti, aan haar mengtafel voor een eigentijdse akoestische resonantie. Als om de brug te slaan tussen haar uitgesproken hedendaagse soundscape en de middeleeuwse muziek van Kassia wordt Horti aan het begin van de voorstelling door de anderen ritueel uitgedost in een eigentijdse interpretatie van een middeleeuws gewaad en hoofdtooi. Het kostuum is een ontwerp van de choreografe zelf, want kijk, van haar oom erfde ze de liefde voor textiel en kleur.  

 

Verre geesten

 

De achterdoeken op de scène zijn dan weer ontworpen door de andersvalide kunstenaars van de Brusselse organisatie Ateliers Indigo.  Zij lieten hun verbeelding de vrije loop op basis van de aangeleverde iconografie uit het historisch onderzoek, door de choreografe associatief uitgebreid met beelden uit middeleeuws tapijtwerk van vrouwelijke weefsters: het wandtapijt van Bayeux over de Slag bij Hastings uit de 11de eeuw bijvoorbeeld, de 14de-eeuwse Apocalyps van Angers (Frankrijk), of de serie rond de Dame en de Eenhoorn uit de 16de eeuw, dat bewaard wordt in het Franse Cluny. 

 

In dat habitat ontstaan de rituelen waarmee de performers op het podium verre geesten aanroepen. Dat doen ze in een combinatie van zang en danssequenties die afwisselend geïmproviseerd zijn binnen specifieke structuren of net gedetailleerd uitgeschreven.  Met rinkelend belgeluid, collectieve voetritmes of handgeklap wordt onzichtbare aanwezigheid voelbaar, ook voor het publiek - tenminste, als je bereid bent je open te stellen voor je fantomen.

 

Mondige vrouwelijkheid

 

Kassia van Konstantinopel was naast een groot muzikaal talent ook een schoonheid en zeer intelligent. Als huwelijkskandidate voor niet minder dan keizer Theodorus werd ze - ondanks zijn liefde voor haar - door hem afgewezen omdat hij zich bedreigd voelde door haar weerwoord. Daarop stichtte ze een klooster waar ze in haar rol van abdis even mondig bleef: zo verzette ze zich tegen het iconoclasme uit haar tijd - de geselstraf nam ze erbij. Het kloosterleven bood vooral ook de mogelijkheid om haar composities te signeren onder haar eigen naam zonder dat een man met de eer ging lopen, zoals dat vaak gebeurde.  Het is een kolfje naar de hand van Barsacq die in haar werk graag stem geeft aan weggeschreven of gemarginaliseerde vrouwen uit de geschiedenis.  

 

‘Ik haat het om te zwijgen als de tijd daar is om te spreken’, was een uitspraak van Kassia van Konstantinopel: Lara  Barsacq herkent er het belang van voor onze tijd.

 

Lieve Dierckx

 

Bio

Lara Barsacq volgde een opleiding aan het Conservatoire National Supérieur de Musique et de Danse in Parijs. Aansluitend danste en choreografeerde ze voor Cie Batsheva in Israël en in eigen naam. Na een tiental jaren besloot ze om te focussen op haar danspraktijk, onder andere bij Les Ballets C de la B, Lisi Estaras, Benny Claessens, Lies Pauwels en Jérôme Bel. Vanaf 2007 vestigt ze zich in Brussel. 

 

Sinds 2018 creëert Barsacq opnieuw eigen werk - ‘Lost in Ballets russes’ (2018), ‘IDA don’t cry me love’ (2019), ‘Fruit Tree’ (2021), ‘La Grande Nymphe’ (2023), ‘Kassia Undead’ (2025) - waarin ze vergeten vrouwen uit de (dans)geschiedenis naar het podium brengt, tussen archief en fictie, tussen incarnatie en documentaire. 

Zet mij op de wachtlijst

Wenslijstje

Toegevoegd:

Naar wenslijstje

Inschrijven voor onze nieuwsbrief