Bless the Sound that Saved a Witch like me
Benjamin Kahn
Bless the Sound that Saves a Sitch like me –
de bezwering van het radicale ‘nu’
‘Bless the Sound…’ is een intense solo van de Franse choreograaf Benjamin Kahn, gemaakt voor danseres Sati Veyrunes en nu uitgevoerd door Thi-mai Nguyen, met een muziekscore van Lucia Ross. Voor een decor dat bestaat uit opeengestapelde speakers verkent de danseres de ruimte tussen de schreeuw en de stilte, tussen het menselijke, het inter-menselijke en het net-niet-menselijke.
Een schreeuw is een radicale en paradoxale act. Het is duidelijk een communicatieve handeling: de persoon die schreeuwt wil andere communicaties overstemmen, de continuïteit van de omgeving verstoren om de aandacht op zich te trekken. Tegelijk is het communicatie zonder duidelijke inhoud: de schreeuw bestaat niet uit de afzonderlijke woorden die in de juiste volgorde een boodschap brengen die de toehoorder hopelijk begrijpt, of de woorden worden onverstaanbaar door de kracht en het volume waarmee ze geuit worden. Een schreeuw is een door urgentie gedreven appel om erkenning door andere mensen, die tegelijk iets dierlijks, iets niet-menselijks heeft. Dat is wellicht de reden waarom de schreeuw als fenomeen weinig gedocumenteerd is in de geschiedenis van de filosofie en de sociale wetenschappen: hij is moeilijk te bevatten, wordt snel geassocieerd met hysterie, woede en chaos.
Benjamin Kahn raakte geïnteresseerd in het fenomeen van de schreeuw tijdens de covid-pandemie, een periode waarin alles op losse schroeven gezet werd, angst en onduidelijkheid heersten, en tegelijk ook heel veel stilte, door het afremmen en stilvallen van het maatschappelijk verkeer – een soort stilte dat de meeste onder ons nog nooit ervaren hadden. Een schreeuw verhoudt zich dus actief tot de stilte: de stilte gaat vooraf aan de schreeuw, en volgt erop, zodat de schreeuw zich nadien in volle kracht weer voorop kan stellen. Een voortdurend aanhoudende schreeuw verliest ook snel zijn urgent karakter, het wordt lawaai waaraan men went, en een reactie zal dus uitblijven.
Kahn wil de schreeuw anderzijds ook niet behandelen als het startpunt van een conversatie of een discours over één specifiek thema. Er zijn vandaag heel wat (ecologische, sociale, humanitaire, geopolitieke) crisissen die onze urgente aandacht vragen, maar de choreograaf wil inzoomen op de vitale essentie van de schreeuw, een handeling die het menselijke voorop stelt, die het individu op een onmiddellijke wijze in verbinding stelt met de collectieve en dus de politieke sfeer – ook zonder bijzonder thema blijft de schreeuw een alarm, een interruptie die zich onontkoombaar aan ons opdringt, en die resoneert met al die urgenties, die alle soorten lichamen die zich in dat soort urgenties bevinden oproept.
De schreeuw kan intiem zijn, existentieel of collectief, hij kan voortkomen uit woede, lust, pijn of doodsangst. De solo toont de schreeuw als een voertuig voor een permanente transformatie die ons verbindt met de kindertijd, met de trance, het orgasme en zaken die niet materieel zijn of waar de taal geen woorden voor heeft. De schreeuw is een appel aan onze empathie, maar door de afwezigheid van een heldere articulatie heeft de schreeuw ook iets bevreemdends, iets niet-menselijks. De danseres wordt een ‘creatuur’, iets wat op ons lijkt maar tegelijk van elders komt, en een nieuw perspectief werpt op wie we zelf zijn. De heks uit de titel symboliseert een toegang tot de meer-dan-menselijke wereld waar de rest van de gemeenschap zich doorgaans niet waagt, en roept dus zowel fascinatie als weerstand op waartegen men zich moeilijk kan verzetten, die zich niet gemakkelijk in een rationele uitleg laat temmen.
De choreograaf en de performer willen de toeschouwer echter niet alleen overweldigen. Voor Kahn is de stilte minstens zo belangrijk als het volume, en in zijn werk wil hij naast het politieke ook het poëtische oproepen – naast het onbegrensde en het te veel zoekt hij ook naar harmonie en schoonheid. De danseres spreekt het publiek aan en biedt hun haar schreeuw aan, en vraagt meermaals of alles nog goed gaat. De solo wil het publiek meenemen in een radicaal en onmiddellijk ‘nu’: niet de lijn van verleden naar toekomst die onvermijdelijk meekomt met de representatie van eender welk thema (oorzaak – crisis – oplossing), maar een niet-intellectuele, instinctieve ervaring die voorafgaat aan een eventuele articulatie in het systeem van de taal en de maatschappelijke organisatie.
‘Bless the Sound that Saves a Sitch like me’ is het tweede deel in een reeks van drie ‘portretten’ die Kahn creëerde tussen 2018 en 2023 – naast ‘Bless the Sound…’ was er ook ‘Sorry, but i feel slightly disidentified…’ met Cherish Menzo en ‘L’heure bleue’ met Théo Aucremanne. Deze choreografieën zijn geen (auto-)biografische presentaties van de betrokken dansers, maar telkens het resultaat van een diepgaande samenwerking tussen choreograaf en performer, die telkens ook een andere blik werpt op de tijd waarin deze jonge generatie leeft. Waar ‘Sorry,…’ het publiek een spiegel voorhoudt over de manier waarop we mensen en hun verschijning nog steeds in stereotype vakjes neigen in te delen, en ‘L’heure bleue’ het publiek meeneemt in een meditatieve deconstructie van het lichaam op het moment waarop de nacht overgaat in de dag, is ‘Bless the Sound that Saves a Witch like me’ een viscerale, lichamelijk ervaring. In zijn portretten zet Kahn de mens op het toneel als een onvast, ongrijpbaar maar tegelijk concreet en urgent wezen, een solist die maar kan bestaan doorheen de blik van de ander…
Steven De Belder
Quotes
‘Ik had zin om ons te verbinden met iets fysiek, een tijdruimte die veel groter is dan de onze. De schreeuw kwam me voor als een snelle vorm voor, een doorsteek tussen het intieme en het collectieve.’
‘I want to share a scream with you. A want to share a sound without fences. I want to share this loudness and the silence that comes within. I want to offer you a journey without directions, a journey into the unknown.’
Bio
Benjamin Kahn is danser en choreograaf. Hij studeerde dramaturgie en theater aan de Universiteit van Aix-en-Provence en het Conservatoire de Rennes, en is afgestudeerd aan de ESAC (École Supérieure des Arts du Cirque) in België. Na zijn studie werkte hij samen met choreografen als Philippe Saire, Benjamin Vandewalles, Nicole Beutler, Ben Riepe, Frédéric Flamand, Maud Le Pladec, Egle Budvytyte en Alessandro Sciaronni. Hij werkt ook als dramaturg en external eye voor verschillende projecten.
Sinds 2019 creëert hij zijn eigen projecten, een trilogie van solo’s waarin hij vraagtekens plaatst bij projecties op lichamen, de blik en de link tussen het intieme en het collectieve. Kahn beschouwt dans en choreografie als krachtige politieke instrumenten en is vooral geïnteresseerd in het construeren en deconstrueren van de manier waarop we individuele en collectieve lichamen bekijken. Voortbouwend op de interdisciplinariteit van zijn achtergrond en de rijkdom van zijn studio-ontmoetingen met bijzondere performers, creëert hij stukken die teksten, nauwkeurige choreografie en krachtige geluids- en lichtlandschappen combineren om maatschappelijke kwesties aan de orde te stellen. In 2026 gaat zijn volgende creatie ‘Focu meu’ in première, een stuk voor vijf dansers waarin hij de relatie tussen indidivu en groep uitspit, tussen individuele schreeuw en collectieve polyfonie, tussen harmonie en dissonantie.
Thi-mai Nguyen volgde van 1995 tot 1999 een opleiding klassieke en hedendaagse dans aan het CNSMD in Parijs. Daarna bracht ze een jaar door bij PARTS, waarna ze zich aansloot bij choreograaf Wim Vandekeybus en zijn gezelschap Ultima Vez, waar ze van 2002 tot 2012 als danser meewerkte aan producties en films, en nadien ook als choreografisch assistente en docente. Tussen 2012 en 2020 werkte ze samen met James Thierrée als danser en choreografisch assistent. In 2022 werkte ze samen met Leslie Mannès. In 2018 werd haar eerste solocreatie, Etna, bekroond met de Belgische Prix de la Critique voor de beste dansvoorstelling. In 2022 ontwikkelde ze de solo Prémisse en haar derde stuk Stand by, in samenwerking met danser Mehdi Baki.
Credits
Concept, choreografie : Benjamin Kahn
Dans: Thi mai Nguyen
Muziek: Lucia Ross
Licht en algemen regie: Neills Doucet
Techniek geluid: Sammy Bichon
Techniek licht: Neills Doucet
Assistent dramaturgie : Théo Aucremanne
External eye: Cherish Menzo
Kostuums: Carolin Herzberg
Teksten : Benjamin Kahn, direct geïnspireerd door Pier Paolo Pasolini, Death Grips, Darek Jerman, MAVI.
Uitvoerend producent: Actoral Marseille
Spreiding, ontwikkeling: Sandrine Barrasso
Spreiding in Vlaanderen: Wouter Bouchez
Coproductie : Klap Maison pour la danse, Charleroi Danse, Les Halles de Schaerbeek
Residenties: Festival de Marseille, Centre National de la danse Pantin, Klap Maison pour la danse, Kaiitheater , BUDA Kunstencentrum, Theater Rotterdam
Dank aan Les Halles de Schaerbeek, Léonard Degoulet, Louis Daurat en Sati Veyrunes