Cultuurcentrum Brugge

Ik hou niet van amateurkunst

Artistiek directeur Peter Roose aan het woord naar aanleiding van de slotvoorstelling van het Landjuweelfestival in Turnhout op zondag 6 november 2022.

Ik voel mij enigszins gevleid dat mij gevraagd werd hier het woord te nemen tijdens de afsluitende activiteit in het kader van de 84ste editie van het Landjuweelfestival en ik hier de overdracht van dit markant waardemerk op het vlak van theater aan Brugge in ontvangst mag nemen.

Ik spreek bewust het woord theater uit, zonder het voorvoegsel amateur …

Want … de volgende uitspraak zal u in de huidige context misschien verbazen :  ik hou namelijk niet van amateurkunst. Dan heb ik het niet alleen over de term, maar over de hele rits referenties die het oproept. Er hangt iets klefs, iets minachtend, iets meewarigs, iets te vrijblijvends aan. Bovendien staan beiden termen naar mijn overtuiging haaks op elkaar.

Ik ben echter wel een grote amateur van kunst, een liefhebber van het ergste soort, ik offer er graag al mijn vrijetijd aan op. In het bijzonder als die kunst mij naar een staalkaart aan theaterzalen brengt, in afgelegen provincies, verre steden, rustieke dorpen, charmante gehuchten of vergeten parochies.

Ik wil er gerust nachtelijke afstanden voor afleggen om een verrassende interpretatie van Macbeth te beleven, een indringende kennismaking met Hedda Gabler mee te maken of met enige cynische herkenning te lachen om vertrouwde dagelijkse mislukkingen, zoals John Godber ze zo sprekend in toneel weet te vatten. En dat allemaal omwille van die verdomde fascinatie voor het unieke en levende medium dat theater telkens weer is.

En dit brengt mij bij mijn beginpositie: amateurkunst bestaat niet, net zo min als amateurkunstenaars. Ik verklaar mij nader. 

Amateurkunst plaats ik graag op hetzelfde niveau als amateurmuziek, amateurdans, amateurhumor, amateurliteratuur of amateuropera, die bestaan namelijk ook niet. Muziek is nu eenmaal muziek, literatuur is het bedrijf van een schrijver, een sculptuur wordt bijeengekapt of gekneed door een beeldhouwer. Een schilder bedient zich bij mijn weten nooit van amateurverf of amateurpenselen.

U begrijpt het ondertussen wel: er is net zo min amateurtragedie of amateurkomedie als amateurblues of amateurjazz. En hoop ik vooral u te kunnen overtuigen van de absurditeit van de kunstmatige scheiding van de kunsten in professionele en amateurhokjes.

Kortom, kunst is nu eenmaal kunst, of ze nu door professionele, semi-geschoolde makers, ongeschoolde enthousiasten … als dagtaak of in de vrijetijd wordt beoefend. Ik keer graag even terug op de podiumkunsten om dit te verduidelijken. Wie een theaterstuk wil interpreteren voor een publiek en er zich ook nog voor laat betalen, heeft een verantwoordelijkheid. Niet alleen tegenover het publiek, maar ook en vooral tegenover de auteur en het theater in het algemeen. 

Ooit hoorde ik bij een opvoering van Midzomernachtsdroom mijn buurman zuchten ‘als dit die Shakespeare is waar iedereen de mond vol van heeft, dan is het wel de laatste keer dat ik naar één van zijn stukken kom kijken’.

Als theaterspeler, -maker of -regisseur, doe je dit Shakespeare en al zijn gildebroeders niet aan. Om oprecht uit jarenlange ervaring en vooral beleving te getuigen:  ik zag vaak dramatische voorstellingen in een professionele context, en heb menig keer mateloos genoten van theater ontstaan in de vrijetijdssfeer.

Dus kunstenaars overal te lande, wees bewust van uw verantwoordelijkheid,  koester de kunst met liefde, zorg en toewijding,  verneder uw talent nooit met de verontschuldiging ‘en we zijn maar amateurs …’

Misschien mag ik bij deze gelegenheid kort even verwijzen naar de eigen winkel van Cultuurcentrum Brugge, waar het begrip kunstenaar, zij het nu professioneel of zgn. amateur,  eigenlijk één weefsel vormt met kunst als gemeenschappelijk bindmiddel en collectieve passie.

Sedert enkele seizoenen promoot Cultuurcentrum Brugge zijn artistieke werking als een plek waar alle kunsten thuis zijn en ook figuurlijk de traditionele schotten tussen professionele makers en amateurs worden weggevlakt.

Het begrip amateur is sindsdien zo goed als helemaal verdwenen uit onze communicatie. Wij spreken ondertussen met gepaste erkenning over ‘lokaal talent’. Dit talent kennen wij zelfs een speciaal Brugotta-label toe, wat staat voor Bruges Got Talent. En de realisaties van dit lokaal talent genieten een evenwaardige plaats in onze publicaties naast en tussen de zogenaamde professionele projecten. Kunst zonder onderscheid, zonder voorvoegsels, klassement of rangorde.

Dit vanuit de overtuiging dat amateurkunstenaar geen geuzennaam zou mogen zijn, maar een identiteit waar men trots op is. In die zin wil ik alle kunstenaars hier aanwezig feliciteren met hun liefde voor de kunst en de waardevolle bijdrage die zij leveren aan de verdere ontwikkeling van de goede smaak, omdat zij de ware grondbetekenis van amateur nl. het houden van de kunst diep in hun ziel, geest en belevingsdrang dragen.

Hen bedanken ook voor de gezonde dosissen artistieke zuurstof die zij in deze soms verzuurde samenleving pompen en vooral voor hun volgehouden passie, waarmee zij ons als toeschouwer tot vaak authentieke bewondering en soms verrassende verwondering dwingen, waardoor zij even onze beleving van de dagelijks sleur en realiteit vernevelen en in een hogere dimensie of onthechter perspectief plaatsen.

En we willen helemaal geen druk zetten, maar we zien wel vol hoge verwachtingen en met een gezonde spanning uit naar de sprankelende verrassingen, grensverleggende verwondering en verbluffende of onthutsende topproducties die het lokaal talent van over heel Vlaanderen op de scènes van onze theaters in Brugge zal neerzetten tijdens de volgende 85ste editie van het Landjuweelfestival eind oktober 2023. Afspraak in Brugge dus.

Peter Roose