Cultuurcentrum Brugge

every_body

Alexander Vantournhout / not standing

Een bijzondere kijk op de alledaagse beweging.

Vanuit zijn opleidingen aan ESAC en P.A.R.T.S. nam Alexander Vantournhout een sterke bagage in respectievelijk circustechniek en hedendaagse dans mee. Al twaalf voorstellingen lang mengt hij beide disciplines tot een hybride vorm die ons uitnodigt om niet met strikt hokjesdenken naar de podiumkunsten te kijken. Vanuit eender welk perspectief kan je je immers laten overweldigen door de manier waarop hij de grenzen van het menselijke kunnen uitdaagt. Geïnspireerd door fysieke makers als Steve Paxton en William Forsythe combineert hij atletische kracht met een wetenschappelijke focus op beweging en anatomie.

· In every_body zoekt Vantournhout naar speciale invullingen van alledaagse bewegingen. 

· Een reeks objecten vormt de uitnodiging tot symbiose van complementaire lichamen.

· Niet alleen de alledaagse bewegingen, maar ook het scènebeeld en de performers worden in een bijzonder jasje gestoken.


Artist statement: “Mijn zoektocht naar interessant bewegingsmateriaal is eeuwigdurend. Het is niet de bedoeling om ooit een eindpunt te bereiken.”[1]

De alledaagse beweging

“No to spectacle. No to style.” In 1965 zette Yvonne Rainer de danswereld op de kop door met haar No Manifesto komaf te maken met de nood van klassiek ballet en moderne dans om een verhaal te vertellen of een emotie uit te drukken. Ze stond mee aan de wieg van postmoderne en hedendaagse dans door het medium tot de vormelijke essentie te reduceren en van stilistische keurslijven te bevrijden. Een choreografie kan vanaf dan ook bestaan uit simpele, alledaagse bewegingen, die niet noodzakelijk door een getraind lichaam uitgevoerd hoeven te worden. 

Voor every_body vertrekt ook Alexander Vantournhout vanuit de ogenschijnlijk triviale beweging. Door deze te ontleden ontplooit zich een rijk bewegingsvocabularium: een simpele looppas is een wonderlijke samenwerking tussen spieren en pezen, een handdruk een kleine ritualistische choreografie die twee individuen kortstondig verbindt. Door deze te ontleden begin je aan de mise-en-place van een boeiende choreografie. 

De acrobatische lichaamsbeheersing

“No to virtuosity” nam Rainer ook op in haar manifest, een uitspraak die minder op every_body van toepassing is. De kiem van de choreografie mag dan wel alledaags zijn; het resultaat is dat evenmin. Uiteindelijk is Alexander Vantournhout al vanaf het begin van zijn carrière bezig met grenzen te verleggen en natuurwetten uit te dagen. In ANECKXANDER (2015) voerde hij acrobatische stunts op in bokshandschoenen en op plateauzolen om de limieten van zijn relatief korte ledematen te overstijgen. In VanThorhout (2022) mat hij zijn kracht met die van de goden wanneer hij in een derwisjdans met een loodzware hamer trad. In Foreshadow (2023) mocht de zwaartekracht eraan geloven wanneer de dansers inspiratie putten uit de klimcapriolen van reptielen om een choreografie op de verticale as van een versterkte wand uit te zetten. 

Uit zijn circusachtergrond neemt Vantournhout de liefde voor het rekwisiet mee, dat een concreet object (de hamer uit VanThorhout), een decorelement (de muur uit Foreshadow) of een ander lichaam (het geveinsd levensloze van Bauke Lievens in Raphaël - 2017) kan zijn. De openende loopbandscène van every_body combineert meteen twee van deze pistes aangezien beide dansers hun bewegingen niet alleen op de machine maar ook op elkaar moeten afstemmen. De zoektocht naar balans is een rode draad in de training van Vantournhout: als fervente yogi staat hij in innige connectie met zijn eigen lichaam; via veelvuldige objectstudie onderzoekt hij de mogelijke effecten van natuurkrachten. 

De consistente evolutie

In Through The Grapevine (2020), zijn derde duet, bewees hij ook wiskundige wetten te overstijgen en 1+1 tot meer dan 2 te maken. Hij en toenmalige partner in crime Axel Guérin beschikken over nagenoeg tegenovergestelde lichaamsverhoudingen, die hen tot complementaire spelers maakt in een acrobatisch duet. Ook in beide duo’s van every_body -- Alexander en Emmi Väisänen spelen de voorstelling parallel met Chia-Hung Chung & Charlotte Cétaire -- is van dergelijke complementariteit sprake: een heeft een achtergrond die sterker op dans georiënteerd is; een staat steviger in acrobatische schoenen. In tegenstelling tot Through The Grapevine wordt een derde partij aan dit vierde duet toegevoegd: verschillende objecten vormen aanvankelijk een beperking voor de performers, maar onthullen ook nieuwe mogelijkheden.

Net als in vorig werk vindt ook naar dit duet een scheut humor en speelsheid de weg. Dat speelse vertaalt zich hier ook naar de (in)kleding, die exuberanter is dan we van Vantournhout gewoon zijn. Het duo verschijnt in kleurrijke ontwerpen van Tom Van Der Borght temidden van een grootser opgezet decor. Dit nodigt uit tot een theatraler karakter, waarbij de performers in bepaalde taferelen personages lijken te worden. Opnieuw toont Vantournhout zich als een maker met een eigen signatuur, zonder dat deze tot voorspelbaarheid leidt: every_body is een bonte nieuwe stap in zijn steeds evoluerende traject.   

Kijktip: Wie meer werk van Vantournhout zag, zal bepaalde bewegingen herkennen. De manier waarop een lichaam langs een ander naar beneden glijdt, komt bijvoorbeeld voort uit Foreshadow. Op deze manier communiceren Alexanders voorstellingen met elkaar: de ene is een labo voor de volgende. 


Luistertip: De Gentse Geoffrey Burton, veelgevraagd producer en soundtrackcomponist, tekende voor de muziek bij de voorstelling. Op Me Ta Podia (Spotify) ontdekt u zijn solowerk.

Tom De Moor
tom.demoor@ugent.be

 
[1] https://e-tcetera.be/artiesteningang-alexander-vantournhout/